Hoogte van uitkering, inkomsten en vermogen

De hoogte van de bijstandsuitkering hangt af van uw persoonlijke situatie.

De hoogte wordt bepaald op basis van:

  • Uw leeftijd. Bent u 18, 19 of 20? Dan krijgt u een lagere uitkering dan als u 21 jaar of ouder bent.
  • Uw woonsituatie. Kunt u de woonkosten delen, dan krijgt u te maken met de kostendelersnorm.
  • Andere inkomsten.

Bekijk de actuele bijstandsnormen.

Kostendelersnorm

De kostendelersnorm geldt voor volwassenen die samen een woning delen. Uw bijstandsuitkering wordt daarop aangepast. Hoe meer personen van 27 jaar of ouder er in uw woning wonen, hoe lager uw bijstandsuitkering. Niet alle volwassenen in uw woning tellen mee voor de kostendelersnorm.

Wie telt niet mee?

  • Jongeren tot 27 jaar.
  • Studenten die een studie volgen die recht kan geven op studiefinanciering (Wsf 2000).
  • Leerlingen die de beroepsbegeleidende leerweg (BBL) volgen.
  • Kamerhuurders en kostgangers die een normale (commerciële) prijs betalen voor de kamer en/of de kost en inwoning.

Hoe werkt de kostendelersnorm?

Bekijk de hoogte van de bijstandsuitkering in percentages per aantal kostendelers.

Hoe zit het met de uitkering voor alleenstaande ouders?

De uitkering voor een alleenstaande ouder is even hoog als die van een alleenstaande zonder kinderen. Als alleenstaande ouder kunt u in aanmerking komen voor een hoger kindgebonden budget van de Belastingdienst. U krijgt bij uw budget een zogenoemde alleenstaande ouder-kop. Een kindgebonden budget vraagt u zelf aan bij de Belastingdienst.

Wat gebeurt er met andere inkomsten?

Heeft u nog andere inkomsten? Bijvoorbeeld inkomsten uit betaald werk, alimentatie, een WW- of een WIA-uitkering. Deze inkomsten tellen mee voor de bijstandsuitkering. Ook heffingskortingen die u krijgt van de Belastingdienst kunnen inkomsten voor uw bijstandsuitkering zijn. Alle inkomsten worden bij elkaar opgeteld. Wij vullen dit bedrag aan tot het voor u geldende bijstandsbedrag.

Hoe zit het met giften in de bijstand?

Ontvangt u naast uw bijstandsuitkering giften? Dan mag u daarvan een bedrag van € 1.200,00 per kalenderjaar houden. Dit noemen we het drempelbedrag. Het geldt zowel voor giften in geld als in natura (denk bijvoorbeeld aan boodschappen). Tot aan het drempelbedrag hoeft u deze giften niet bij ons te melden. Zodra de giften die u in een jaar ontvangt hoger zijn dan € 1.200,00 meldt u dit aan uw inkomensconsulent. U moet dit dus gedurende het jaar zelf bijhouden. De consulent zal kijken naar uw situatie en beoordelen of de giften boven het drempelbedrag voor u noodzakelijk zijn om rond te komen. Als de giften boven het drempelbedrag voor u niet noodzakelijk zijn, dan wordt dit verrekend met uw uitkering. 

Eigen vermogen en bijstand

Om te bepalen of u recht op bijstand heeft, bekijken wij ook of u niet te veel vermogen bezit. Bekijk de vermogensgrens die voor uw situatie van toepassing is. Met vermogen bedoelen we uw geld en spullen die veel geld waard zijn, zoals een auto. Heeft u schulden die u moet terugbetalen? Dan gaan die van uw eigen vermogen af. Dit geldt niet voor studieschulden en schulden zonder aflossingsverplichting. Is uw vermogen hoger, dan moet u eerst op een verantwoorde manier dit geld gebruiken voor de kosten van levensonderhoud. Dit heet interen.

Meer weten?

Heeft u vragen? Neem dan contact op met de medewerkers van het team Werk, Inkomen en Zorg. Ook kunt u veel informatie vinden op de website van de Rijksoverheid.

Ook interessant

Deel dit
Mail
Bellen